“Er is hier iets vreemds, John,” mompelde Sam uiteindelijk, terwijl zijn ogen de toiletpot niet verlieten. Het gewicht in zijn stem was genoeg om Johns handen tegen zijn zij te doen grijpen. Het stille huis leek plotseling te stil, het tikken van de wandklok werd oorverdovend in Johns oren.
Hoewel John niet op de hoogte was van de details, kon hij zien dat Sam ergens mee worstelde. Hij zag hoe Sam zich af en toe terugtrok uit de badkamer, in de gang ijsbeerde, over zijn bebaarde kin wreef en onder zijn adem mompelde. Het leek alsof hij worstelde met de vraag of hij iets belangrijks zou onthullen.