Toen ze eindelijk tevoorschijn kwam, was haar gezicht onleesbaar. “Heren, we hebben hier te maken met iets heel belangrijks,” begon ze, haar ogen gericht op die van John. De ernst van haar toon deed de kamer nog verstikkender aanvoelen. Dit was geen gewone dag, geen gewone situatie.
“Excuses, maar ik moet dit telefoontje aannemen,” sprak ze, niet wachtend op Johns bevestiging voor ze bruusk wegliep. Ze greep haar telefoon vast met een urgentie die een schok van ongerustheid door Johns hart stuurde.