In een oogwenk veranderde de kamer in een bijenkorf van beweging. Medische professionals stormden in gesynchroniseerde chaos op elkaar af, machines gaven hun waarschuwingen en verpleegkundigen gaven duidelijke, snelle bevelen. Het was een kakofonie van hoop en urgentie. In het midden van dit alles was Liam een eiland van stilte, zijn blik onwrikbaar gericht op Oliver, tranen glinsterend, wachtend op dat ene teken van leven.
Plotseling, alsof hij een stil gebed verhoorde, gingen Olivers ogen zachtjes uiteen. De tijd leek stil te staan voor Liam, zijn hart stokte in een mengeling van vreugde en ongeloof. Tien jaar, en nu keken die vertrouwde ogen hem weer aan. De golf van emoties was te sterk; Liam en zijn ouders werden verteerd door een stortvloed van tranen. Binnen enkele minuten bevestigden de artsen en verpleegkundigen dat Oliver stabiel was. Ze stelden voorzichtig voor om hem wat broodnodige rust te geven na het wonderbaarlijke ontwaken.