Hoewel Oliver duidelijk suf was en moeite had om zijn ogen open te houden, lukte hem dat toch. En toen hij eindelijk zijn broer en ouders herkende, verscheen er een glimlach op zijn lippen. Iedereen kwam naar hem toe en omhelsde hem zachtjes. Ze keken alleen maar in zijn ogen, woorden waren op dat moment overbodig.
De familie, terwijl ze zich koesterden in het wonder van zijn ontwaken, liepen zachtjes om hem heen, hun stemmen slechts fluisterend. Ze gaven hem de rust die hij zo wanhopig nodig had. Maar onder de oppervlakte van hun vreugde lag een onuitgesproken zorg… Hoewel hij ontwaakt was, wisten ze nog steeds niet hoe zijn geest er aan toe was of welke uitdagingen hem te wachten stonden.