Zijn verontrustende verschijning begon angst te zaaien onder zijn buren. Sommigen bleven zelfs uit zijn buurt en maakten grote omwegen als ze hem tegenkwamen. Ze behandelden hem als een besmettelijke entiteit, hun acties gedicteerd door de angst dat zijn toestand zich zou kunnen verspreiden. De vragen bleven onbeantwoord, de geruchten en vermoedens namen alleen maar toe, waardoor de sluier van mysterie dieper werd en het gevoel van onbehagen in de gemeenschap toenam.
Ondertussen ging Rohan door met zijn stille strijd. Ondanks de voortdurende vermoeidheid en het pijnlijke ongemak weigerde hij medische hulp te zoeken. In zijn ogen waren dokters voor de zwakkeren, een gevoel dat diep ingebakken zat in de harde boerengemeenschap waartoe hij behoorde. Hij droeg het ongemak met een onverbiddelijke hardnekkigheid en stond niemand toe te zien welke tol het van hem eiste.