Man krijgt routinecontrole – dokter kijkt naar röntgenfoto en fluistert: “Het spijt me”

“Wacht even,” fluisterde de chirurg, zijn stem nauwelijks hoger dan het aanhoudende gepiep van de monitoren. Hij gaf zijn assistent een teken om opzij te stappen terwijl hij zich met weloverwogen voorzichtigheid verder waagde. Zijn wenkbrauwen waren in diepe concentratie samengeknepen, zijn handen zo vast als die van een beeldhouwwerk. Zijn gezichtsuitdrukking werd overschaduwd door ongeloof terwijl hij zijn hoofd schudde. “Dit… Dit kan niet.” Zijn stem weerklonk door de kamer, zijn woorden nu bezoedeld met onzekerheid.

“Haal onmiddellijk Dr. Bedi en Dr. Agata!” zei hij tegen de jonge verpleegster, zijn toon grensde bijna aan paniek. De intensiteit in de kamer steeg; het was duidelijk dat hij versterking nodig had. Maar waarom? Wat had zo’n opschudding veroorzaakt? Zijn koortsachtige behoefte aan aanvullende meningen, aan verklaringen, benadrukte alleen maar de verbijstering van de situatie die voor hem lag. Zijn wanhoop was voelbaar, maar de redenen bleven duister.