Rohans reis naar de 30 bracht een verontrustende ontwikkeling met zich mee – zijn maag, die al ongewoon was, begon nu in een alarmerend tempo uit te zetten. Het was alsof een onzichtbare kracht tegen zijn huid duwde en zich los wilde maken. Zijn spiegelbeeld was dat van een man die gevangen zat in een lichaam dat niet als het zijne aanvoelde. Zijn geest echode met één verbijsterende vraag: Wat was hier in hemelsnaam de oorzaak van?
Omdat hij bang was om zijn eigen spiegelbeeld te zien, omzeilde hij alle mogelijke spiegels – etalages, gepolijste oppervlakken, zelfs plassen op de grond. Elke glimp van zijn gezwollen buik was een onverbiddelijke herinnering aan de stille, dagelijkse strijd die hij moest leveren.