Terwijl Peter inpakte om te vertrekken, draaide zijn maag zich om. Hij repeteerde mogelijke gesprekken in zijn hoofd en probeerde de juiste balans te vinden tussen vriendelijkheid en vastberadenheid. Hij wilde niet ondankbaar overkomen, maar hij kon ook zijn groeiende ongemak niet negeren.
Toen hij naar huis reed, kon Peter de spanning die zich de hele dag had opgebouwd niet van zich afschudden. Zijn gedachten gingen heen en weer tussen zorgen en schuldgevoelens, die elk om ruimte in zijn hoofd streden. Tegen de tijd dat hij de oprit opreed, was hij er nog niet achter wat de juiste aanpak was.