Peter leidde hen door zijn eigendom naar de garage. Binnen pakte hij dekens en kussens en maakte van een hoek een geïmproviseerd bed. De kinderen, Ben en Lucy, klampten zich aan hun moeder vast, hun brede ogen schoten nerveus in het rond. “Ik ben Peter. Hier zijn jullie veilig,” stelde hij hen gerust. De moeder heette Natalie.
Die nacht was de slaap voor Peter ver te zoeken. Hij lag wakker in zijn kingsize bed en staarde naar het plafond. Had hij het juiste gedaan? Was dit vriendelijkheid of naïviteit? Een klein stemmetje fluisterde dat het er niet toe deed – helpen was wat telde.