Bij zonsopgang voelde de lucht zwaarder aan. Peter bereidde zich de hele ochtend voor op het gesprek dat hij met Natalie wilde hebben. Hij wilde dat het zacht maar vastberaden zou zijn. Hij stopte bij het café en haalde broodjes en koffie, in de hoop de situatie comfortabeler te maken.
“Dan hebben ze tenminste een goede maaltijd voor ze weggaan,” dacht hij. Toen hij de garage binnenkwam, werd hij begroet door Natalie die rechtop zat, haar kinderen lagen nog vast te slapen. “Dank je,” zei ze zachtjes, haar stem getint met oprechte dankbaarheid. Ze zaten bij elkaar, de stilte werd alleen onderbroken door het geritsel van de wikkels.