Bill begon te vermijden om langs dat veld te lopen, de wond was te vers om onder ogen te zien. In plaats daarvan werkte hij op afgelegen delen van de boerderij, in een poging zichzelf te verliezen in de dagelijkse klusjes. Maar afgeleid als hij was, liet hij per ongeluk poorten open en gereedschap zoek liggen.
Terwijl de kou van de herfst over het land kroop, legde Bill zich erbij neer dat Daisy waarschijnlijk voor altijd weg was, hoewel zijn gedachten nog steeds door vragen geplaagd werden. Hij probeerde zich te concentreren op het verzorgen van de overgebleven buffels die nog steeds op hem vertrouwden voor hun welzijn, maar hij voelde de afwezigheid van Daisy’s zielvolle bruine ogen die hem altijd volgden als hij zijn karweitjes deed.