“Dat kan niet…” zei hij onder zijn adem. Hij knipperde hard, ervan overtuigd dat zijn ogen hem voor de gek hielden. Maar de koe bleef staan, echt als de grond onder zijn voeten.
Voorzichtig kroop hij dichterbij, takken krakend onder zijn voeten, bang dat elke plotselinge beweging haar net zo snel zou doen verdwijnen als ze was verschenen.