Met een bonzend hart kroop Bill dicht genoeg bij om over Daisy’s rug te kijken. Daar, beschermend tegen haar aan, zag Bill een glimp van wat zijn koe al die tijd had bewaakt. Het was een soort dier, maar hij kon niet goed zien wat het was. Er was iets dat hem deed huiveren.
Het kleine, harige lichaam nestelde zich tegen de buik van zijn koe aan. Toen Bill dichterbij kwam, merkte hij iets vreemds aan het babydier. Ondanks de zinderende zomerhitte was het jong in een weelderig dikke vacht gewikkeld. Dat was vreemd, want zijn vacht leek te dicht voor deze tijd van het jaar, vooral in de hitte van hun streek.