Toen de weken maanden werden, begon George’s hoop te tanen. Zijn hart zakte naar beneden met elke dag die voorbij ging zonder Luna. De eens zo levendige vonk in zijn ogen werd dof naarmate de tijd verstreek. De natuur ging door met haar ritme, de seizoenen veranderden en het leven ging verder, onbewust van George’s diepe verdriet.
Naarmate de dagen verstreken, kon George geen motivatie meer vinden om door te gaan met zijn klusjes. Elke keer als hij de lege weide zag, veroorzaakte dat een nieuwe golf van angst. De eens zo levendige boerderij leek samen met George’s afnemende hoop te verdorren.