Toen de figuur dichterbij kwam, veranderde George’s scepsis in hoop. Voorzichtig kroop hij dichter naar de figuur toe, takken krakend onder zijn voeten, bang dat elke plotselinge beweging haar net zo snel zou doen verdwijnen als ze was verschenen.
“Luna,” riep hij voorzichtig. Hij kroop dichter naar de donkere gestalte toe en zag de bekende gespitste oren. Dit was vast en zeker Luna. Geen enkele andere hond zou op die roep gereageerd hebben. Maar toen hij dichter bij haar kwam, schrok hij opnieuw.