In plaats van naar hem toe te komen en hem te omhelzen, zoals George had verwacht, trok Luna haar oren naar achteren. In plaats van de lieve, zachtaardige hond die hij altijd had gekend, was het wezen dat voor hem stond geagiteerd en op zijn hoede.
Verbijsterd door haar vreemde gedrag zette hij een voorzichtige stap naar voren. “Het is goed, meisje! Ik ben het maar!” Maar Luna deinsde verder achteruit en liet haar hoofd in een agressieve houding zakken. George zag tot zijn schrik dat ze klaar stond om aan te vallen als hij dichterbij kwam.