Hij stapte langzaam en weloverwogen vooruit, zijn ogen steeds gericht op de schimmige figuur die vlak achter zijn paard op de loer leek te liggen. Hoe dichterbij hij kwam, hoe meer zijn gedachten op hol sloegen. “Zou het een soort roofdier kunnen zijn?” Dacht George. “Een coyote? Een bergleeuw?”
Maar het sloeg allemaal nergens op. Als het iets gevaarlijks was, zou Thunder zijn weggelopen, toch? George had zijn paard nog nooit een gevecht uit de weg zien gaan, maar hij had hem ook nog nooit zo ongehinderd gezien door iets dat zo dichtbij was.