Zijn hart ging tekeer, maar deze keer was het niet van blijdschap. Er lag iets op de loer in het duister, vlak achter Thunder. George’s adem stokte in zijn keel toen hij dichterbij kwam en het probeerde te begrijpen. Het geluid van knisperende bladeren onder zijn laarzen vulde de stilte terwijl George dichterbij kwam, zijn hartslag versnellend met elke stap.
De donder bleef stil staan, niet gehinderd door wat er achter hem was. George slikte diep, onzekerheid knaagde aan zijn maag. Wat was het? Verbeeldde hij zich dingen? Maar toen hij dichterbij kwam, bleef de gedaante – een donkere gedaante, die heel lichtjes bewoog, toekeek.