Het koude zweet brak George uit. “Wat in hemelsnaam?” dacht hij, maar hij kon zichzelf er niet toe brengen om de vraag hardop af te maken. Wat er ook achter zijn gewaardeerde hengst schuilging, het zag er niet vriendelijk uit.
Het was een koude ochtend in de late herfst geweest toen George ontdekte dat Thunder weg was. De vroege vorst kleefde nog aan het gras en de mist rolde lui over de velden. Toen hij die dag naar de stal liep, had George verwacht het bekende gehinnik van zijn geliefde hengst te horen, maar het was doodstil in de stal.