De automatische schuifdeuren sisten open en een ijzige windvlaag kwam de lobby binnen en verstoorde het rustige geroezemoes van het ziekenhuis. Julie Thompson keek op van haar papierwerk en verwachtte een late bezoeker te zien of misschien een spoedpatiënt. Wat ze in plaats daarvan zag, deed haar verstijven.
Bij de ingang stond een elandstier. Er lag sneeuw op zijn massieve gestel en zijn gewei reikte ver, zodat het bijna de bovenkant van de deurpost raakte. De kamer viel stil, de gebruikelijke drukte van het ziekenhuis vervangen door het lage gerommel van de zware ademhaling van de eland.
Zijn donkere, intelligente ogen scanden de ruimte voordat ze op Julie neerkwamen. Ze raakte niet in paniek, sloeg niet op de vlucht. In plaats daarvan deed hij een weloverwogen stap naar voren, alsof hij was gekomen met een doel – iets dat Julie nog niet begreep.