Het was een routine waar ze aan gewend was geraakt – een geruststellende voorspelbaarheid in een vaak onvoorspelbare wereld. Terwijl ze haar jas en sjaal ophing, wierp ze een blik op de klok. 22.15 UUR. Nog iets meer dan acht uur te gaan.
Julie schonk een vers kopje koffie in uit de koffiekan in de kantine en genoot van de warmte tegen haar handen. Ze had de laatste tijd minder cafeïne gedronken, maar tijdens deze lange, koude diensten voelde koffie minder als een gewoonte en meer als een overlevingsmiddel.