Maar toen gierde er een collectieve zucht door de kamer die de stilte verbrak als een vallend bord dat uiteenspatte op een tegel. Julie’s hoofd schoot omhoog, haar koffie vergeten op het bureau. Haar hart sloeg over toen ze zag dat alle ogen in de lobby gericht waren op de ingang, waar nu een massieve figuur stond.
Net binnen de deuropening stond een elandstier, met stoom uit zijn vacht. Zijn gewei reikte ver, schraapte bijna de bovenkant van het deurkozijn en was verstrengeld met resten plastic, gescheurde zakken en wat leek op stukken visnet.