Amara’s hartslag ging tekeer toen de plotselinge commotie door de groep raasde. De olifant was uit het niets verschenen, zijn trompetterende gebrul verstrooide de toeristen als bladeren in een storm. Mensen gilden en vluchtten in alle richtingen van het pad af, nauwelijks omkijkend toen het enorme beest achter hen aan kwam.
Bevroren drukte Amara zich tegen de boom, te bang om zelfs maar adem te halen. De toeristen waren zonder nadenken weggevlucht, haar alleen achterlatend om het beest te trotseren. Langzaam richtte de olifant zijn aandacht op haar, zijn krachtige slurf vlak bij haar schouder. Amara’s geest schreeuwde om weg te rennen, maar haar benen wilden niet gehoorzamen.
Tot haar grote verbazing gaf de olifant haar een verrassend zacht duwtje in haar hand. Zijn ogen ontmoetten de hare alsof ze haar aanspoorden om het te begrijpen. Met flaporen en een rustig duwtje werd het haar duidelijk dat de olifant gevolgd wilde worden en ondanks alles zette ze haar eerste aarzelende stappen in het onbekende.