Ze volgde een olifant het bos in, maar ze had geen idee dat het tot dit zou leiden.

Amara’s zenuwen prikkelden, de lucht was dik van de geuren van vochtige grond en gebladerte. Met elke stap voelde ze zich dieper wegzakken in het onbekende, haar eerdere angsten getemperd door een intense nieuwsgierigheid naar waar ze heen gingen en waarom deze olifant haar had opgezocht.

Naarmate het bos dichter werd, vulden vreemde geluiden de lucht. Insecten zoemden in zware wolken, hun gezoem nam een vreemd soort ritme aan. Schaduwen verschoven boven haar hoofd en Amara ving vluchtige blikken op van vogels die tussen de takken door vlogen.