Ze haalde trillerig adem, haar handen klungelden toen ze in haar tas greep. Het kampeermes voelde koud en onstabiel aan in haar greep, maar het was alles wat ze had. Ze knielde neer en speurde de grond af naar tekenen van beweging rond het kamp. Het zag er leeg uit, maar haar nekharen stonden overeind en waarschuwden haar dat er gevaar op de loer lag, verborgen net buiten haar gezichtsveld.
Amara haalde diep en rustig adem, hurkte laag terwijl ze langs de eerste rij struiken glipte die de schuilplaats verborgen hielden. Elke spier was gespannen, haar hart bonkte terwijl ze vooruit kroop, elke stap berekend om de droge, knisperende bladeren te vermijden die haar dreigden te verraden.