Ze volgde een olifant het bos in, maar ze had geen idee dat het tot dit zou leiden.

“We binden haar vast. We zijn allang weg voordat iemand haar vindt.” Er liep een rilling over Amara’s rug, haar gedachten gingen op zoek naar een uitweg. Haar keel verstrakte en ze worstelde om haar gezichtsuitdrukking stabiel te houden, maar haar hartslag bonsde in haar oren en overstemde al het andere. Ze konden toch niet serieus van plan zijn..

Voordat ze haar eigen schrik kon verwerken, schudde een enorm gerommel de grond onder hen door elkaar. Bomen beefden en de zelfverzekerde uitdrukkingen van de stropers wankelden, hun hoofden schoten in de richting van het geluid. Uit het dichte kreupelhout kwam de moederolifant tevoorschijn met wijd uitstaande oren en woedende ogen.