Ze volgde een olifant het bos in, maar ze had geen idee dat het tot dit zou leiden.

Hij liet een oorverdovende trompet horen die vogels de lucht in stuurde en de stropers deed verstijven. “Wel verd…” stamelde een van de mannen, zijn stem nauwelijks hoorbaar boven het woeste gebrul van de olifant uit. Maar hij kreeg de kans niet om zijn zin af te maken. De olifant viel aan, zijn massieve gedaante stormde met onstuitbare kracht op hen af.

Paniek stroomde door de ogen van de stropers en ze probeerden weg te komen, lieten hun wapens vallen terwijl ze over elkaar struikelden in hun verwoede aftocht. Amara maakte gebruik van de chaos en ontsnapte uit hun greep. Ze rende de andere kant op, haar hart bonkend van angst en opluchting.