De dageraad bracht een zacht, amberkleurig licht over de bomen terwijl Amara zich voorbereidde op haar reis. Tegen de tijd dat ze bij het ontmoetingspunt aankwam, stonden er al een paar andere toeristen te mompelen in afwachting. Een stoere jeep stond vlakbij geparkeerd en hun gids – een rustige man met ogen die elk geheim van het bos leken te kennen – begroette iedereen met een knikje.
De groep klom in de jeep en Amara voelde de energie in de lucht toen ze vertrokken, het gezoem van de motor vermengend met de ontwakende geluiden van de jungle om hen heen. Terwijl de jeep zich een weg baande door het dichte woud, werden Amara’s zintuigen bij elke hobbel en bocht scherper.