Het zweet druppelde over zijn gezicht terwijl hij vocht om zijn evenwicht te bewaren, het plastic beet bij elke beweging in zijn polsen. Elk geluid kon hun ogen naar hem toe trekken, maar hij kon niet stoppen. Nog een paar keer trekken, zei hij tegen zichzelf, biddend dat het nog iets langer zou houden.
Eindelijk, met een vage knak, brak de zip tie, zijn handen eindelijk vrij. Zijn hart ging tekeer en hij kroop naar de deur, laag blijvend, elke voetstap berekend en stil. Net toen zijn vingers de klink raakten, bevroor een stem aan de andere kant van de kamer hem.