Anna knikte, hoewel haar frons bleef hangen toen ze naar de baby staarde, die in het wiegje vlakbij haar lag en sliep. James kon Anna’s woorden niet van zich afschudden. Ze bleven hem bij, een stille echo die luider werd in de stille uren van de nacht. Op een avond, toen hij de baby in slaap wiegde, staarde hij naar haar kleine gezichtje.
Ze was mooi, daar was geen twijfel over mogelijk – haar delicate gelaatstrekken en zachte, donzige haar omlijst door de gloed van de lamp. Maar het haar. Het ving het licht in vurige lokken, een schril contrast met de gouden tinten van hem en Susy. Hij stak zijn hand uit en streek met zijn vingers lichtjes over haar hoofd.