Toen ze haar pasgeboren zusje ontmoette en riep: ‘Dat is mijn zus niet’, begon haar vader aan alles te twijfelen

De lokken waren zacht en fijn, maar toch brandden ze fel tegen haar bleke huid, levendig en onmogelijk te negeren. James liet zijn vingers zachtjes over haar haar strijken, bijna alsof hij de felheid kon wegwrijven om iets vertrouwders eronder te onthullen.

Maar het bleef hetzelfde – vurig en levendig, een schril contrast met de zachte gouden tinten die door hun familie liepen. James keek neer op het vredige gezicht van zijn dochter, met haar kleine lippen gespreid terwijl ze sliep.