Toen ze haar pasgeboren zusje ontmoette en riep: ‘Dat is mijn zus niet’, begon haar vader aan alles te twijfelen

“Dat is alles?” Herhaalde Susy, haar stem verhevigde. “Denk je dat het me niet is opgevallen? Denk je dat ik het niet hoor in hun stemmen, in die van jou? Ze is onze dochter, James. Moet ik het nog harder voor je zeggen?” James stak zijn handen verdedigend omhoog.

“Ik zeg alleen dat het… ongebruikelijk is, dat is alles. Ik beschuldig je nergens van. Ik denk alleen dat we… ik weet het niet, het moeten onderzoeken?” Susy’s ogen vulden zich met tranen en haar stem kraakte toen ze antwoordde.