Thuis bleven de dingen escaleren; de ruzies werden steeds groter en Sindy werd steeds onzekerder. Op een avond schreeuwde Sindy tegen Elaine: “Je kent me niet eens!” Haar moeder reageerde niet, waardoor Sindy zich nog eenzamer voelde.
Toen ze in de spiegel keek, zag Sindy een vreemde. Haar ouders voelden zo ver weg en ze zat vol vragen die haar ouders niet leken te willen beantwoorden. Maar er kwam iets groots aan, iets dat haar wereld op zijn kop zou zetten en antwoord zou geven op de vragen die haar ’s nachts wakker hielden.