Paul had in die tijd een baan als zakenman en at vaak buiten de deur. De hele week lunchte hij met zakenpartners en klanten. Charlotte had hier geen problemen mee, ze was het gewend. Wat haar wel van streek maakte, was dat Paul steeds vaker met één persoon leek te gaan lunchen..
Haar man ging al een paar weken lunchen met een mooie blonde vrouw en had niets tegen Charlotte gezegd. Hoe wist ze dat? Een van haar beste vriendinnen werkte in Pauls favoriete restaurant. Niets ontging haar..