De pandabeer, die tot nu toe een bundel gespannen energie en behoedzame voorzichtigheid was geweest, begon te bewegen. Met weloverwogen stappen liep hij naar de deur, zijn bewegingen doelgericht en duidelijk. Hij pauzeerde, draaide zijn hoofd om en keek terug naar Hana, alsof hij zeker wist dat ze oplette.
Hana’s ogen werden verbaasd groot. Het gedrag van de pandabeer viel in het niet bij de agressieve houding die hij aanvankelijk had aangenomen. Het leek alsof hij haar uitnodigde, haar aanspoorde om te volgen. Er was een intelligentie in zijn blik, een stille communicatie die zowel verbazingwekkend als mysterieus was.