Zodra de pandabeer werd gezien, kwam de beveiliging van het ziekenhuis in actie en riep onmiddellijk op tot evacuatie. “Iedereen, ga alsjeblieft rustig naar de dichtstbijzijnde uitgang!” riepen ze, hun stemmen streng maar geruststellend, dwars door de lucht. Ze bewogen zich snel en leidden de verbijsterde menigte, waarbij ze duidelijk maakten dat ze niets aan het toeval overlieten met een wilde pandabeer op vrije voeten in het gebouw. “Blijf bij elkaar en volg mij!” zeiden ze, om er zeker van te zijn dat niemand achterbleef in de zoektocht naar veiligheid.
De adrenalinestoot van daarnet was niets vergeleken met wat Hana daarna voelde; haar hart bonkte in haar borst met een intensiteit die al het andere overstemde. Dit was het – haar kans om een verschil te maken, om de loop van de gebeurtenissen die zich voor haar ogen ontvouwden te veranderen. De aanblik van de pandabeer stond in haar geheugen gegrift, een levendig beeld dat ze niet kon negeren. Ze werd gedwongen om te handelen, gedreven door een mix van bezorgdheid en nieuwsgierigheid.