Pandabeer breekt in bij ziekenhuis – verpleegster in tranen door wat hij in zijn mond draagt

Peter’s antwoord weerklonk vanuit de put: “Hebbes! Hier komt de eerste!” Hana keek met ingehouden adem toe hoe een klein harig wezentje uit de duisternis tevoorschijn kwam, zachtjes in Peters handen geklemd. Hij had een geïmproviseerde draagband van zijn jas gemaakt om ze naar boven te dragen. Toen Peter dichterbij kwam, reikte Hana naar beneden en tilde het bange diertje in veiligheid.

“Je bent nu in orde, kleine jongen,” fluisterde ze. Hana creëerde een warme, zachte plek voor de dieren om bij te komen. Een voor een kwamen er meer uit de put toen Peter het touw naar beneden liet zakken. Elke keer als Peter naar boven ging, spande zijn spieren en Hana’s zenuwen trilden. Maar het touw hield stand. Bij elk gered wezen voelde Hana een opluchting.