Hana glipte voorzichtig de kamer uit en liep door de gangen van het ziekenhuis. Overal om haar heen heerste chaos terwijl artsen en patiënten zich in paniek in veiligheid brachten. Uiteindelijk stuitte ze op een kamer waar verschillende artsen hun toevlucht hadden gezocht. Ze naderde hen en elk woord dat ze sprak was dringend. “Alsjeblieft, we moeten ze helpen,” smeekte ze, wanhopig om hen ervan te overtuigen de pandabeer en zijn onverwachte metgezel te onderzoeken.
Haar pleidooi werd echter met tegenzin beantwoord. De artsen keken elkaar ongemakkelijk aan, hun aarzeling zichtbaar in hun onhandige bewegingen en de gespannen stilte die op haar verzoek volgde. “De politie is op de hoogte gesteld,” antwoordde een van hen uiteindelijk, zijn stem stabiel maar zijn ogen ontwijkend voor Hana’s intense blik. “We kunnen niets meer doen.”