Martin draaide aan de intercom, zijn stem kalm maar vastberaden. “Wat jullie ook zoeken, jullie zullen het hier niet vinden. Keer terug nu het nog kan.” Het antwoord kwam vrijwel meteen, de stem van de leider was ijzingwekkend zelfverzekerd. “Leuk geprobeerd. Maar dit is niet onze eerste klus.”
“Ze zitten achter de kluis aan,” zei Martin onder zijn adem. De beveiligde auto stond vlak voor de machinekamer, met zijn versterkte deuren en biometrische sloten ontworpen om zelfs de meest vastberaden indringers buiten te houden. Maar als de dieven er zouden komen, zouden ze tijd nodig hebben om in te breken en Martin was vastbesloten ze die kans niet te geven.