Ze dachten dat een goederentrein beroven makkelijk zou zijn, maar één arbeider stond hen in de weg.

Ethan gromde bevestigend en sleepte een metalen krat tegen de deur. “Dat zou ze moeten vertragen,” zei hij. Een statisch gesis brak door de radio. “Ethan? Kun je me horen?” Vroeg Martin terwijl hij de draaiknop bijstelde. Hij draaide wanhopig aan de knoppen, maar de enige reactie was witte ruis.

Zijn maag zonk. “Een stoorzender,” mompelde hij, terwijl het besef doordrong. De dieven escaleerden, verbraken de communicatie en verstevigden hun greep op de trein. De gedachte dat Ethan alleen tegenover hen stond, deed hem huiveren.