Ze dachten dat een goederentrein beroven makkelijk zou zijn, maar één arbeider stond hen in de weg.

Martin draaide zich om naar Ethan, allebei naar adem snakkend. “Die deur is sterk, maar hij houdt het niet eeuwig,” zei Martin terwijl hij naar de versterkte barrière keek. “Ze zullen er uiteindelijk wel doorheen komen. We moeten ze afremmen.” Ethan knikte, zijn stem was gespannen. “Wat is het plan?”

Martins blik verschoof naar de kluis voor hem, waarvan het gladde oppervlak onaangeroerd was. “Als ze explosieven hadden, hadden ze die nu al gebruikt. Ze proberen binnen te komen, maar ze hebben niet veel tijd meer, net als wij. We moeten gewoon voorkomen dat ze de motor bereiken.”