De leider aarzelde en keek door het raam naar de besturing. De waarschuwingslampjes op het dashboard leken Martins bewering te bevestigen. Toch was hij nog niet klaar om op te geven. “Het kan me niet schelen,” snauwde hij. “Ik waag het erop.” Ethan stapte naar voren, zijn sleutel geheven. “Je hebt geen tijd meer!” schreeuwde hij. “Kijk voor je!”
De leider keek even over de hoek en zag de stationslichten in de verte snel dichterbij komen. Voor het eerst verscheen er twijfel op zijn gezicht. Hij wierp een blik achterom naar Martin en Ethan en toen naar de snel rijdende sporen voor hem. “Verdomme,” mompelde hij onder zijn adem.