De trein denderde over het platteland, zijn ritme was rustgevend. Martin genoot van de vertrouwde rit – het zachte deinen van de cabine, het gezoem van de locomotief en de manier waarop het spoor zich eindeloos naar de horizon leek uit te strekken.
Het momentum van de trein nam toe naarmate hij verder van het rangeerterrein kwam en door stukken landbouwgrond reed die baadden in de gouden gloed van de dageraad. Het ritmische gebrom van de locomotief en het gekletter van de wielen zorgden voor een rustgevende soundtrack, waar Martin en Ethan in de loop der jaren aan gewend waren geraakt.