Jacksons hart ging tekeer toen ze het pad opliepen, de spanning in de lucht was voelbaar. Elke stap in de richting van de voordeur voelde als een reis naar het onbekende, terwijl ze zich schrap zetten voor wat ze binnen zouden kunnen aantreffen.
Toen ze het huis naderden, hing er een vreemd gevoel van bezorgdheid in de lucht. De tuin was overwoekerd en de voordeur stond een beetje open, wat de sfeer nog griezeliger maakte. Jackson klopte zachtjes en riep: “Politie! Is er iemand thuis?”