Toen ze bij de keukendeur kwamen, was de spanning bijna ondraaglijk. Door het schemerige licht zag de deur er nog dreigender uit. Met bonzend hart zetten de agenten zich schrap voor wat ze zouden kunnen aantreffen, de stilte en het onbekende versterkten hun groeiende gevoel van angst.
Toen ze eindelijk de keukendeur openduwden, liep er een ijzige rilling over hun rug. Het tafereel voor hen was schokkend: een chaotische puinhoop van gemorste boodschappen verspreid over de vloer, een stoel omgevallen in een lukrake tuimeling.