Hij dacht dat hij alleen was op het ijs, tot er een gigantische ijsbeer verscheen

In plaats daarvan slaakte hij een lage kreun en draaide zich naar Nolans slee. Met een enkele uithaal van zijn klauwen scheurde het wezen in het houten frame en versplinterde het in zijn zoektocht naar meer vis. Nolans maag draaide zich om bij het kraken van het brekende hout – zonder die slee zou er geen snelle ontsnapping mogelijk zijn als het beest vijandig zou worden.

Hij stond op wankele benen, zijn knieën dreigden te bezwijken onder het gewicht van de adrenaline. Een innerlijke stem riep hem toe om over de toendra te rennen en nooit meer om te kijken. Maar iets in de urgentie van de beer trok aan hem, en dwong nieuwsgierigheid om voorzichtigheid te overstemmen.