Jenny hapte naar adem en hield haar adem in. Haar plan om de agent af te leiden was mislukt; in plaats daarvan leek het hem alleen maar bozer te maken. Ze was niet zeker van zijn bedoelingen of wat er zou kunnen gebeuren als ze gehoorzaamde en de kofferbak opende. Toch realiseerde ze zich ook dat het niet opvolgen van zijn bevel tot nog ergere gevolgen kon leiden. Met dit in haar achterhoofd knikte ze stilletjes instemmend.
Ze moest snel denken. Het verzoek van de agent was ongebruikelijk en misschien zelfs onwettig zonder geldige reden. Ze herinnerde zich wat ze had gelezen over rechten tijdens politieverhinderingen en verzamelde al haar moed. “Heeft u een huiszoekingsbevel of een vermoedelijke reden om mijn auto te doorzoeken?” vroeg ze op een zachte maar beverige toon, haar stem trillend van angst, bang voor zijn mogelijke reactie.