Na haar lessen bleef Jenny tot laat in het schoolgebouw en besteedde extra uren aan het nakijken van haar werkstukken. Haar toewijding aan het onderwijs van haar leerlingen was onwrikbaar, maar het betekende vaak lange, uitputtende dagen. Tegen de tijd dat ze klaar was om te vertrekken, was de zon al onder. Haar maag rommelde van de honger en haar lichaam verlangde naar rust. In het toilet van de school had ze zich snel omgekleed, want ze had haast voor een etentje bij haar thuis.
Terwijl ze door de rustige straten naar huis reed, was haar geest een mix van vermoeidheid en tevredenheid over wat ze vandaag had bereikt. Ze wist niet dat de rust van haar routineuze leven verstoord zou worden. Het serene begin van haar dag, gevuld met het zachte ochtendlicht en de verwachting van lesgeven, leek een wereld van verschil met de situatie waarin ze zich nu bevond.