Jason volgde met tegenzin, zijn hoofd razend van vragen en vermoedens. Toen ze wegliepen, werd het geroezemoes van de menigte luider, een kakofonie van verwarring en nieuwsgierigheid vulde de lucht. Jasons stiefmoeder keek toe hoe ze weggingen, haar ogen groot van angst die meer leek te weten dan ze liet merken.
Eenmaal buiten gehoorsafstand liet Calvin zijn greep los en keek Jason aan. “Luister, Jason, ik weet dat je pijn hebt en dat je vermoedens hebt, maar je moet voorzichtig zijn met je beschuldigingen. Dit is groter dan je denkt,” zei Calvin met een lage, serieuze stem.