Leah, laat in haar zwangerschap, reed met haar taxi door de stad. Meestal vermeed ze het om smerige passagiers op te pikken, maar toen ze een dakloze man zag die er niet goed uitzag, sloegen haar instincten toe. Tegen haar gewoonlijke oordeel in bood ze hem een lift naar het ziekenhuis aan, haar hart voorop.
Toen hij aankwam, drukte de man Leah kleingeld ter waarde van tien dollar in de hand, met dankbaarheid op zijn gezicht geschreven. Ze zwaaide hem uit met een warme glimlach en voelde zich opgelucht door de uitwisseling. Leah wist niet dat dit niet haar laatste ontmoeting met hem zou zijn.
De volgende ochtend zonk Leah’s hart toen ze het gezicht van de man op het nieuws zag. De krantenkoppen onthulden iets veel sinisterders dan ze zich had kunnen voorstellen. Haar eenvoudige daad van vriendelijkheid had haar ongewild verstrikt in een verhaal dat haar nog dagen zou achtervolgen.